Wat doe jij volgend jaar met je tarieven?

De zomerperiode is voor veel organisaties de tijd om bezig te zijn met de financiële plannen voor het komende jaar. Dat betekent het maken van een (concept) begroting en daarbij nadenken over de tarieven voor de opvangproducten: welke pakketten bieden we volgend jaar aan, wat moet dat kosten en tegen welke voorwaarden leveren we deze opvang nu precies? Belangrijk bij deze vragen zijn een viertal aspecten die we je graag ter overweging meegeven:

1. Kostprijs vs vraagprijs

Bij de bepaling van je tarief kijk je natuurlijk naar de ontwikkeling van je kosten: Wat doen de salariskosten? Gaat de huur omhoog? Welke investeringen zijn er nodig? Wat is de financiële impact van de nieuwe BKR-berekening bij de BSO? Dit raakt allemaal aan je kostprijs. Maar naast deze vragen is het ook goed om te kijken naar de vraagprijs. Met de vraagprijs bedoelen we de prijs die in jouw (lokale) opvangmarkt wordt gevraagd. Wat kost de opvang bij je concullega’s? Wat bieden zij daarvoor (o.a. aantal opvanguren per dag en eventueel aanvullende diensten)?

2. Marktpositie en profilering

Hoe wil jij je onderscheiden binnen je (lokale) markt? Wat maakt jouw opvang uniek en hoe draag jij dat uit? Past je opvangaanbod en tariefstelling ook bij de wijze waarop je door ouders gezien wilt worden? Hoe kom je tot een goede vraagprijs, passend bij de opvang die jij aanbiedt?

3. Strategische product- en prijsstelling

In de afgelopen jaren hebben we bij veel organisaties een vereenvoudiging en versobering gezien van het productaanbod. Halve dagen opvang, flexibele opvang, vervroegde of verlengde opvang, 46 of 48 weken opvang, even-oneven weken opvang zien we steeds minder. Gevolg daarvan is dat ouders minder keuze hebben voor de opvang die zij afnemen. Als mens zijn we in de regel dol op keuzes. Het geeft en gevoel van invloed en zelfbeschikking. Daarbij hebben ouders vaak zelf de indruk dat zij een bijzondere en flexibele opvangvraag hebben, hun situatie is immers uniek. Wees je bewust van de productkeuzes die je ouders geeft. Welke opvangpakketten leg jij in de etalage? Hierbij geldt “less-is-more”, hou het overzichtelijk voor jezelf en voor je ouders. Door een goede prijsstelling van én toeleiding naar je opvangproducten kun je ouders sturen in hun keuze.

4. Kindbezetting en rooster sturen

We realiseren het ons misschien niet altijd, maar met de opvangpakketten en voorwaarden die je verkoopt stuur je de kindbezetting. De kindbezetting is namelijk een gevolg van het opvangproduct en de afspraken die jij met je ouders bent aangegaan. Je kindbezetting bepaalt uiteindelijk in sterke mate de personeelsinzet en roosters van je medewerkers.

En wat kost dat mijn klanten?

De werkelijke kosten van de opvang voor ouders zijn in sterke mate afhankelijk van de KinderOpvangToeslag (KOT). De beoogde KOT-vergoeding voor volgend jaar is begin juni al gepubliceerd. Deze geeft een verhoging van de fiscale uurtarieven:

KDV: gaat van € 10,25 nu, naar € 10,71 in 2025 (+ €0,46) BSO: gaat van € 9,12 nu, naar € 9,52 in 2025 (+ €0,40)

Maar naast deze indexeringen zit de belangrijkste wijziging voor volgend jaar misschien wel in de verhoging van de vergoedingspercentages die ouders ontvangen. Een vergoedingspercentage is het percentage van de opvangkosten waarover ouders de KOT ontvangen.Een verhoging van dit percentage betekent dat een ouder meer KOT ontvangt en daardoor volgend jaar zelf dus minder hoeft te betalen.

Deze verhoging van het vergoedingspercentage raakt een hele grote groep van onze ouders: dit begint bij gezinnen met een verzamelinkomen van zo’n € 29.000 en loopt door tot een verzamelinkomen van ongeveer € 159.000. Alle details over de KOT-regeling voor 2025 kun je hier lezen.

Gat in de weg!

Al jaren wordt er gesproken over “gratis” opvang. Kinderopvang blijft natuurlijk geld kosten, maar het idee is de “financiële drempel” voor ouders weg te nemen of structureel fors te verlagen tot een niveau waarop het hen eigenlijk niets kost. Hierbij moet de financiering ook anders gaan lopen, bij voorkeur namelijk rechtstreeks naar de kinderopvangorganisaties. Enfin: dit heeft nogal wat gevolgen en vooral veranderingen in zich.

We zijn dan ook al een tijdje op pad richting gratis opvang, maar nu stuiten we onverwacht op een “gat in de weg”, althans zo lijkt het.

Wat is het geval? Het nieuwe kabinet is voornemens de jaarlijkse indexering in 2026 éénmalig te “bevriezen”. Aanleiding voor deze denklijn is het creëren van financiële ruimte op de begroting voor 2026.

Op zich een begrijpelijke gedachte: alle plannen moeten uiteindelijk ook betaald worden…. Maar op deze manier wordt een beleidsmatige hap uit de financiële basis van de kinderopvang genomen, ofwel dit deel van de rekening bij de ouders gelegd. Goede opvang kost namelijk geld. We willen als maatschappij pedagogisch goede kinderopvang, in een uitnodigende en veilige omgeving met deskundig en professionele medewerkers. Dat gaat niet zonder een gezonde financiële basis, waarbij er dekking is op stijgende kosten.

De vraag naar kinderopvang is groot, wachtlijsten worden steeds langer en tegelijkertijd hebben we te maken met een personeelstekort door krapte op de arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim. Juist daarom is het zaak een goede strategie te hebben op de kindplanning. Weten hoe je die strategie kunt vormgeven, Dan is deze scholing wellicht iets voor jou